Door slimmer voor te schrijven, kan Rilatinegebruik bij ADHD naar beneden

Niet alle kinderen met ADHD hebben baat bij Rilatine, en niet allemaal hebben ze een even hoge dosis nodig. Kinder- en jeugdpsychiater Karen Vertessen wijdde haar doctoraatsonderzoek aan een nieuwe methode om de kinderen die geen Rilatine nodig hebben beter op te sporen, en het medicijn beter op maat te kunnen voorschrijven. Ze vertelt daarover in De Ochtend (Radio 1) en het Journaal.

Als Rilatine volgens die nieuwe, “slimme” methode wordt voorgeschreven is het voor de behandelaar sneller duidelijk bij welke kinderen het medicijn niet tot een vermindering van de klachten leidt, legt Vertessen uit. "We kunnen dan sneller een andere behandeling opstarten en ze worden niet nodeloos aan de bijwerkingen van Rilatine blootgesteld, zoals slechter slapen of minder eetlust".

Bij de kinderen die wel baat hebben bij Rilatine blijkt dan weer dat een hogere dosis niet altijd een beter effect heeft. “Dat is heel belangrijke informatie, want nu wordt de dosis bijna altijd standaard verhoogd, terwijl dat dus niet altijd nodig is. Door de medicatie op deze manier voor te schrijven kan ze beter op de individuele behoeften van het kind afgestemd worden”.

Dokter Vertessen gebruikt de methode intussen in haar eigen praktijk als kinder- en jeugdpsychiater in Campus Gasthuisberg van het UPC KU Leuven, en pleit er bij andere psychiaters voor om dat ook te doen. "Deze methode is klaar om verder in de praktijk uit te rollen, ook in Nederland wordt bekeken hoe dat kan".

Lees, kijk en beluister

 

 

 

karen_vertessen_4x3_lr_0.jpg

Onderzoek van dr. Karen Vertessen leidde tot een slimme methode voor het optimaler voorschrijven van medicatie voor ADHD bij kinderen.