‘Een bloeiend zorgteam brengt goede zorg’

Elske Vrieze nieuw diensthoofd volwassenenpsychiatrie

Ze droomde aanvankelijk van een eigen praktijk. Nu stuurt Elske Vrieze de dienst volwassenenpsychiatrie van het UPC KU Leuven aan: drieëntwintig zorgteams en dertig raadplegingen sterk.

Prof. dr. Elske Vrieze volgde op 1  januari 2023 prof. dr. Stephan Claes op als diensthoofd volwassenenpsychiatrie van het UPC KU Leuven. 

Haar familie komt uit Groningen, het hoge noorden van Nederland, maar als kind groeide nederbelg Elske Vrieze op in Amsterdam. Op middelbare schoolleeftijd verhuisde ze naar Maastricht. En toen ze niet ingeloot werd om in Amsterdam geneeskunde te kunnen studeren, liep haar levensloop verder zuidwaarts. Ze schreef zich in aan de KU Leuven. ‘Net zo goed en dichterbij.’

‘Psychiatrie studeren zat van bij het begin in mijn achterhoofd’, vertelt het nieuwe diensthoofd. ‘Later droomde ik van een eigen ambulante praktijk, maar toen ik afstudeerde kreeg ik de kans om een doctoraatsonderzoek te starten, in het domein van depressie. Ik kon onderzoek doen naar de onderliggende mechanismen, stressgevoeligheid en anhedonie, onder de supervisie van professor Stephan Claes. Het onderwerp boeide me enorm, ik vond het een geweldige opportuniteit. Het idee van een eigen praktijk liet ik daarom varen.’

Supervisor eetstoornissen

‘Na mijn doctoraat hoopte ik op een klinische aanstelling in het UPC KU Leuven. Helaas kreeg ik een ontgoochelend telefoontje van professor Jos Peuskens, het toenmalig diensthoofd. Er was helaas geen plaats vrij voor een arts in het zorgdomein depressie. Hij had wel een ander aanbod: de afdeling voor eetstoornissen zocht een opvolger voor professor Guido Pieters. Eetstoornissen, een niche in de psychiatrie die ik niet goed kende. Maar ik zag wel de link met depressie. Een eetstoornis kan je beschouwen als een symptoom van een onderliggend psychiatrisch probleem. Depressie, een persoonlijkheidsprobleem, perfectionisme of dwang kunnen de oorzaak zijn. En bovendien, eetstoornissen treffen vooral jonge mensen. Privé had ik een jong gezin en daarom sprak het onderwerp me extra aan.’

In tien jaar tijd leidde Elske Vrieze een verhuis én een volledige hervorming van de afdeling voor eetstoornissen in goede banen (zie inzet). Nu moet ze dat kind loslaten om diensthoofd te worden. Wat was haar motivatie? ‘Ik wist dat de positie vrij kwam, maar stond er verder niet bij stil, tot iemand me het kwam voorstellen. Dat zette me aan het nadenken. En ja, ik zag kansen. Ik ken de bevredigende ervaring als afdelingssupervisor om een beleid uit te tekenen, dat met een team vorm te geven en te zien dat het goed werkt. Zo gaat een zorgteam bloeien, een basisvoorwaarde voor goede patiëntenzorg.’

‘Om dat nu op grotere schaal te kunnen doen voor de gehele dienst, zie ik als een mooie uitdaging. Al merk ik nu al, in die eerste maanden, het verschil met het aansturen van een zorgafdeling waar je dicht bij je medewerkers staat. De afstand is iets groter. Tegelijk kan ik terugvallen op heel veel sterke mensen, die als tussenpersoon mee die taak kunnen opnemen. Eigenlijk is mijn enige vrees om onvoldoende tijd te vinden voor het onderzoekswerk in eetstoornissen dat ik deeltijds blijf doen. Ik heb een FWO-mandaat en stuur ook een onderzoeksteam aan.’

Werven

Staan er voor het diensthoofd concrete werven op stapel? ‘Om te beginnen, het UPC KU Leuven deed al heel wat hervormingen in de crisiswerking. Op dat pad willen we doorgaan en de werking nog verder versterken.’

‘In de toekomst willen we ook verder inzetten op een breed en laagdrempelig, voor iedereen toegankelijk zorgaanbod, opgezet vanuit de netwerken. Dat vormt een spanningsveld met die andere ambitie van het UPC KU Leuven, om een academisch ziekenhuis te zijn dat hooggespecialiseerde zorg aanbiedt, denk maar aan onze psychose-afdelingen, ECT of de afdeling voor eetstoornissen. In de toekomst willen we beide pijlers versterken.’

‘Een ander spanningsveld ligt er tussen de opdrachten onderzoek en kliniek. We zullen inspanningen doen om veel meer wisselwerking te krijgen tussen de wetenschappelijk onderzoekers verbonden aan ons ziekenhuis, en de medische staf die de kliniek in de praktijk voert.’

‘Een derde werf ligt in het nog meer benutten van onze unieke positie vlakbij een groot somatisch huis. We hebben al intensieve samenwerkingen met UZ  Leuven, in mind-body en eetstoornissen, in perinatale psychiatrie en in de liaison. Maar bij de somatische zorgteams van UZ Leuven is er nog een grote nood aan meer opleiding en ondersteuning in psychische en psychiatrische zorg, die wij kunnen leveren. Omgekeerd is er, bijvoorbeeld op Campus Kortenberg, een groeiende vraag aan somatische ondersteuning, waar een versterkte samenwerking met UZ Leuven uitkomst kan bieden.’ En zodoende ooit bij de ideale wereld uit te komen, een-en-eenzelfde ziekenhuis voor zowel soma als psyche? ‘Natuurlijk, het is de logica zelve. Je kunt een mens niet opdelen in lichaam en geest. Ze vormen één geheel.’

Welke goede raad gaf voorganger Stephan Claes aan Elske Vrieze mee? ‘Stephan heeft me drie belangrijke lessen geleerd: choose your battles, blijf logisch nadenken, en het vertrouwen houden: het komt wel goed.’
 

Lees ook

 

 

 

Eetstoornissen gemoderniseerd

‘De traditie van een aanbod voor patiënten met een eetstoornis was er al van oudsher op Campus Kortenberg’, weet Elske Vrieze. ‘Toen ik er tien jaar geleden startte gebeurde de zorg er nog volgens de toen gangbare, strenge, gedragstherapeutische aanpak. Familie betrekken was niet bepaald de eerste inzet. Integendeel. De navelstreng doorknippen en op de afdeling van nul opbouwen tot genezing, was eerder het motto.’

Een decennium later heeft de afdeling voor eetstoornissen – ondertussen ondergebracht op Campus Gasthuisberg – een metamorfose ondergaan. ‘We beschouwen de afdeling vandaag slechts als een tussenstation in het parcours dat een patiënt thuis moet afleggen, samen met zijn of haar familie. Op de afdeling zelf ligt de focus naast doorgedreven gedragstherapie ook op groepstherapie. En patiënten kunnen kiezen uit verschillende voltijdse of deeltijdse vormen van dagbehandeling. De werking is dus veel meer naar buiten gericht. Bovendien – dit wil ik graag meegeven – staat er nu een heel sterk, goed georganiseerd team op de afdeling, dat trots uitstraalt voor wat het kan realiseren. Dat draagt bij tot goede zorg natuurlijk.’

Corona
‘De coronapandemie heeft ook een belangrijke impact gehad. Het virus en de lockdowns hebben voor een enorme toename van eetproblemen gezorgd. Niet alleen het aantal zorgaanvragen en de werkdruk zijn toegenomen. Ook de ernst van de ziektegevallen is gestegen. Frequent worden we geconfronteerd met gezinnen die zich uitgeput en machteloos voelen. En de gezinsdynamiek is soms complex, waar zwartwitgedachten en -gedrag heel fel opspelen.’

Nood aan intensieve zorgafdeling
‘Die verhoogde zorgvraag hebben we deels kunnen opvangen. Dankzij de support van de overheid konden we ons zorgteam versterken. Toch blijft er een hiaat. Sommige patiënten weigeren alle hulp. Als ze daardoor naar een levensbedreigende medische toestand evolueren, hebben ze aangepaste intensieve zorg onder verhoogd toezicht nodig. Nu zijn we daarvoor aangewezen op de intensieve, gesloten zorgafdelingen voor volwassenen en kinderen op Campus Kortenberg, die veeleer afgestemd zijn op de zorg voor medisch stabiele patiënten. Ofwel kijken we naar een somatische afdeling binnen UZ Leuven, zoals endocrinologie of pediatrie, waar je dan weer het risico loopt dat patiënten te weinig psychiatrische omkadering krijgen. Dus ja, een high intensive behandelaanbod voor eetstoornissen waar zowel lichaam als geest simultaan behandeld kunnen worden: dat missen we nog.’