HIC: onderzoek en praktijk hand in hand
Psychologen Katrien Vandenhout en Hannah Jossa combineren hun klinisch werk op de High & Intensive Care-afdeling met onderzoek naar de vernieuwde werking op de afdeling, die van start ging in de periode dat de covid-19-pandemie uitbrak. De HIC hanteert een innovatieve behandelvorm uit Nederland die past in de intensifiëring van zorg. 1-op-1-begeleiding, continue afstemming en het zolang mogelijk vermijden van vrijheidsbeperkende maatregelen zijn essentiële bouwstenen van het model.
Vandenhout en Jossa voeren hun onderzoek in functie van de huidige negen HIC’s in België. De evidentie voor deze vernieuwende praktijk is veeleer beperkt en de nood aan data waarop een beleid zich kan verlaten is hoog. “We willen weten wat er nodig is om de zorg voor de patiënt binnen de HIC-werking verder te optimaliseren”, zeggen Vandenhout en Jossa. “Wat is er nodig aan opleiding, personeelsomkadering en aan architecturale infrastructuur? Allemaal met het doel agressie en suïcidaliteit te verminderen en dwang en vrijheidsbeperkende maatregelen terug te dringen. We maken ook een epidemiologische mapping. We gaan na voor welk profiel van patiënten HIC de meest aangewezen hulpvorm is en wat hun zorgpaden zijn.”
Samenwerking en betrokkenheid
Eén belangrijk element in de HIC-werking is het zorgafstemmingsgesprek: een periodiek overleg met al wie begaan is met de zorg voor de patiënt – de patiënt zelf, diens omgeving, de HIC-zorgmedewerkers, de huisarts, mobiele teams, spoedafdeling, enzovoort. “We proberen hen allemaal te betrekken”, zeggen Jossa en Vandenhout. “In de werking van de HIC is het behouden van de samenwerking met de hulpverlening uit het voor- en natraject dat patiënten op de HIC lopen erg belangrijk, hoe tijdelijk de patiënten bij ons ook opgenomen zijn. Daarom gaan we na hoe die samenwerking nog beter kan verlopen. Een HIC-opname mag dan onvermijdelijk zijn, ze is behoorlijk ontwrichtend. Dan is het van belang dat het ondersteunende netwerk, dat de patiënt al langer kent, bij de opvolging geïnformeerd en actief betrokken blijft.”
“In de doorverwijzing naar en vanuit de HIC-afdeling kunnen hiaten aan het licht komen”, zegt dr. Hella Demunter, co-supervisor van de HIC. “Het onderzoek laat ons toe te zien welke hulpverleningsvorm in het voor- of natraject best versterkt wordt. Mobiele teams, ambulante zorg, dagtherapie, ze maken allemaal deel uit van een geïntegreerde zorg. In Nederland is de wisselwerking van de HIC met de ambulante zorg sterker uitgebouwd. Dat heeft natuurlijk alles met het zorglandschap te maken. In België kennen we frequentere wisselwerking met residentiële zorg. We hopen dat de methode van dit implementatie-onderzoek en de beleidsaanbevelingen die we als resultaat zullen formuleren niet alleen voor de HIC-afdelingen in België, maar ook voor andere psychiatrische afdelingen een bron van inspiratie kunnen zijn. En voor de psychiatrische hulpverlening buiten de klinische setting. Met andere woorden, we zoeken naar de plaats van HIC in het hele ggz-netwerk.”
Evaluatie van Psychiatrische High en Intensive Care (EPHIC) Katrien Vandenhout en Hannah Jossa o.l.v. dr. Hella Demunter, prof. Ronny Brufffaerts en prof. dr. Stephan Claes, in samenwerking met Zorgnet-Icuro, UZ Leuven, UPC KU Leuven.