Kinder- en jeugdpsychiatrie zet sterk in op veiligheidsbevorderende cultuur

PERSBERICHT - 26 OKTOBER 2017

 

Duiding visitatierapporten vrijheidsbeperkende maatregelen


Alle diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Vlaanderen kregen het voorbije jaar inspectie op het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen. Het gaat om alle maatregelen die de keuzevrijheid of bewegingsvrijheid tijdens een opname van kinderen of jongeren beperken. Ook de dienst kinder- en jeugdpsychiatrie van het UPC KU Leuven kreeg inspecteurs over de vloer.

Kinderen en jongeren die op een kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling verblijven, worstelen vaak met gemengde gevoelens over dat verblijf. De opname op zich voelt voor hen dikwijls al als een vrijheidsbeperking aan. Daarom proberen we om vooraf gezamenlijke doelstellingen voor de opname met hen af te spreken. We nemen de leefregels van een verblijf in een leefgroep goed door en wensen daarover ieders akkoord. Toch voelt het voor de kinderen of jongeren vaak een beetje als afgedwongen aan.

Een kinder- en jeugdpsychiatrische opname komt ook niet zomaar tot stand. Vaak ging er al een lange zoektocht aan vooraf. Een zoektocht naar wegen om oncontroleerbare emoties, relationele spanningen en gedragingen tot rust te brengen. Een opname is altijd ‘helpend’ bedoeld: het is een omgeving waarin kinderen en jongeren samen met een team en in samenwerking met hun ouders of andere belangrijke personen uit hun omgeving, op zoek kunnen gaan naar alternatieven. Begeleiders moeten een band met de jongeren opbouwen vooraleer zij hen als helpend beschouwen. Dat lukt uiteraard niet vanaf de eerste dag. Vaak komen er heftige emoties en gedragingen bij kijken. En die kunnen bedreigend en te gevaarlijk zijn voor de jongere zelf, voor de andere kinderen in de leefgroep of voor de begeleiders.

Vroegsignaleringsplan

Een kinder- en jeugdpsychiatrische omgeving moet dus ook grenzen kunnen stellen, als onderdeel van een veiligheidsbevorderende cultuur. Hiervoor maken onze afdelingen gebruik van het crisisontwikkelingsmodel: een stappenplan dat helpt om snel signalen van spanning te detecteren en er zoveel mogelijk de betekenis van te begrijpen, en in afspraak met de jongere gepaste wegen te zoeken om de spanning te verminderen. Daarvoor wordt met jongeren die worstelen met controleverlies een vroegsignaleringsplan uitgewerkt. Daarin is ruimte voor veel eigen keuzes –zoals praten, tekenen, schrijven, bewegen, rustgevende muziek, een boksbal. In een dergelijk plan kunnen jongeren ook zelf aangeven wanneer het voor hen beter is om eventjes de groep te verlaten en een rustiger plek op te zoeken: hun eigen kamer of een andere rustige kamer.

Maar als kinderen of jongeren helemaal overspoeld geraken moeten we ze tegen hun eigen boosheid en agressie beveiligen. Soms door hen fysiek even in bedwang te houden (holding). Soms is naar een speciaal daartoe ingerichte kamer gaan nodig, waar de jongere zich niet kan bezeren tijdens het uitleven van die extreme emoties (afzonderingskamer). Dat gebeurt altijd zo kort mogelijk en onder hoog toezicht. Ouders brengen we steeds op de hoogte. Na zo’n heftige fase, als de jongere terug rust heeft gevonden, blikken we samen terug op wat gebeurde. En we proberen er iets uit te leren voor een toekomstig hoog spanningsmoment. We gaan ook na of er iets moet hersteld worden in onderlinge relaties, omdat tijdens zo’n heftig moment het vertrouwen soms een beetje aangetast werd.

Bevindingen

Voorafgaand aan de inspectiebezoeken werden ook de cijfergegevens van alle kinder- en jeugdpsychiatrische diensten opgevraagd. Al snel bleek dat er nog hard aan het hanteren van de juiste definities en gelijke registratiewijzen gewerkt moet worden, om de cijfers echt betrouwbaar te kunnen vergelijken. Met de nodige voorzichtigheid bij de interpretatie geven we toch enkele bevindingen voor het UPC KU Leuven mee.

Het percentage kinderen en jongeren dat in de afdelingen van het UPC KU Leuven werd afgezonderd, lag telkens onder het Vlaamse gemiddelde. Zowel op de gewone K-afdelingen als in de afdeling die jongeren met een gerechtelijk statuut opvangt.

Het viel op dat in de jeugdpsychiatrische opnameafdelingen op campus Kortenberg soms erg lange ‘afzonderingen’ plaatsvonden. Daarbij bevonden we ons op de hoogste plaats in Vlaanderen. Bij het nakijken van de dossiers bleek het bijna steeds te gaan om zogenaamde ‘individuele kamerprogramma’s’. Jongeren komen eerst tot rust in hun eigen kamer met gesloten deur. Vervolgens keren ze voor steeds langere periodes terug in de groep, over een verloop van 1 tot 3 dagen. Die kamerprogramma’s echter werden niet als korte periodes maar als 1 enkele (en dus lange) afzonderingsperiode geregistreerd… Daarnaast ging het bij enkele jongeren inderdaad om een uitzonderlijk moeilijke situatie, waarbij de jongere en het team er niet in slaagden op korte tijd rust te creëren.

Bij de 16- tot 18-jarige jongeren werd er vaker dan gemiddeld in Vlaanderen gebruik gemaakt van materialen om hen te beveiligen tegen zelfbeschadiging. Het betrof hier vaak heel gevaarlijke situaties voor de jongere of de omgeving, waardoor dit nodig bleek ter beveiliging. Gezien het erg lage totale aantal jongeren van die leeftijd dat in afzondering werd gebracht in de afdelingen op campus Kortenberg, is het aandeel van die ernstige situaties proportioneel hoger.

Graag overleg

De dienst kinder- en jeugdpsychiatrie van het UPC KU Leuven heeft het inspectiebezoek en de inspectierapporten aangegrepen om alle afspraken rond de veiligheidsbevorderende cultuur in de dienst opnieuw tegen het licht te houden.

Over sommige standaarden die de overheid vooropstelde wensen we graag in overleg te gaan. We denken dat de standaarden niet helemaal stroken met een veilige en haalbare goede zorg voor kinderen en jongeren, want grotendeels gebaseerd op een internationaal referentiekader voor volwassenen.

Actiepunten

Deze actiepunten staan alvast op onze agenda:

  • nog meer inzetten op preventie van escalaties
  • alle medewerkers opleiden in de praktische toepassing van geweldloos verzet en nieuwe autoriteit op een jeugdpsychiatrische opnameafdeling
  • met elke jongere en zijn context bij opname een risico-inschatting maken en zo nodig een vroegsignaleringsplan met hen opstellen
  • alternatieve ruimtes om tot rust te komen inrichten op beide campussen
  • het beleid rond mechanische fixatie herzien

 

Samen met kinderen, jongeren en hun omgeving zetten we in op een veiligheidsbevorderende cultuur!