Marina Danckaerts over de begeleiding van jongeren met mentale problemen

Opgroeien gaat vandaag voor heel wat jongeren niet vanzelf. Ze zien het niet meer zitten en haken af op school, kampen met depressieve gevoelens of erger. Kinder- en jeugdpsychiater Marina Danckaerts kaart die situatie openlijk aan. Weliswaar sprak met haar over wat we kunnen doen om jongeren te ondersteunen.

Marina Danckaerts is kinder- en jeugdpsychiater. Ze is diensthoofd kinder- en jeugdpsychiatrie van het UPC KU Leuven en hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de KU Leuven. Ze is ook netwerkcoördinator van een van de provinciale netwerken Geestelijke Gezondheid Kinderen en Jongeren. “Het is enorm inspirerend om in zo’n breed netwerk met alle partners samen na te denken over de toekomst van de zorg,” zegt ze.

(...) Als u de vergelijking zou maken met vroeger, wat valt u dan vooral op?

“Het lijkt erop dat we vandaag heel erg kindgericht zijn, maar we zijn vooral gefocust op het maakbare kind. We zijn het kind aan het boetseren. We zijn minder geïnteresseerd in wie het kind is, wat het wil, wat het aan mogelijkheden heeft, hoe het zich ontwikkelt. Kinderen kunnen niet anders dan reageren tegen zoveel druk. Die botsing hebben we in de geestelijke gezondheidszorg altijd gezien: de verwachtingen en sturing van ouders versus wie het kind uiteindelijk echt is, kan en wil zijn. We moeten dus voortdurend ouders opnieuw verbinden met hun kinderen. Proberen je kind te leren kennen en graag te zien zoals het echt is, dat is een enorme uitdaging.”

Speelt dit onevenwicht ook een rol in de begeleidingstrajecten van jongeren die het mentaal moeilijk hebben?

“Het speelt bijna altijd een rol, maar elk verhaal is anders. Het speelt zeker een rol bij kinderen die angst- en stemmingsproblemen ontwikkelen, maar evenzeer bij kinderen  met autisme of ADHD. Als je wil dat een kind met ADHD of een andere neurodiverse problematiek zich goed voelt zoals het is, dan spelen de verwachtingen van ouders mee. En dan moet je over waarden spreken. Waarom zoeken ouders hulp en willen ze dat hun kind verandert?”

U hebt het dan over niet-materiële waarden. Wat beteken je voor elkaar en voor anderen?

“Absoluut. Materialisme is een manier om in te vullen wat er ontbreekt. Een goed diploma halen is nog steeds de hoogste waarde voor heel wat ouders, terwijl leren en studeren voor heel wat jongeren lastig is. Diezelfde jongeren hebben soms heel andere talenten waarmee ze een waardevolle plaats in de samenleving kunnen innemen. Het lijkt niet eenvoudig om te aanvaarden dat niet alle jongeren evenveel studeerpotentieel hebben.”

“Als het over het puur lichamelijke gaat, dan is het voor ons geen probleem om rekening te houden met bijzonderheden. Een maag- of nierprobleem kan benoemd worden en iedereen is bereid zich eraan aan te passen. Maar het benoemen van een bijzonderheid in je hersenen, waardoor je anders reageert dan anderen, dat lijkt nog steeds vloeken in de kerk. Een geestelijk gezondheidsprobleem mag niet als een (mogelijk inherente) beperking genoemd worden. Dan wordt het meteen stigmatiserend. Dat is bijzonder. Onze hersenen zijn ook maar een onderdeel van ons lichaam, een ‘orgaan’, en wel het meest ingewikkelde. In dat onderdeel kunnen dus evengoed dingen fout of anders gaan, waarmee we rekening moeten houden.” 

(...)

Lees het volledige interview | Weliswaar

danckaerts_4x3_3.jpg

Prof. dr. Marina Danckaerts over hoe we kinderen en jongeren met mentale problemen in onze samenleving kunnen helpen.