‘Mijn rol is mensen bij mekaar brengen’

Stephan Claes voorzitter Onderzoeksgroep Psychiatrie

Na twee termijnen van vijf jaar als diensthoofd volwassenenpsychiatrie, schrijft Stephan Claes een nieuw hoofdstuk in zijn loopbaan. De expert in stress, angst en stemmingsstoornissen werd in het najaar academisch coördinator en voorzitter van de Onderzoeksgroep Psychiatrie. Hij blijft inhoudelijk coördinator van regionaal zorgnetwerk Diletti.

Op 1 januari 2023 vierde Stephan Claes meer dan gewoon Nieuwjaar. Hij zette een punt achter een stevig hoofdstuk van tien jaar in zijn loopbaan als diensthoofd volwassenenpsychiatrie van het UPC  KU  Leuven. Psychiater prof. dr. Elske Vrieze volgde hem op.

Tijdens een terugblikmoment met de equipe medewerkers waarmee hij samen al die jaren de dienst volwassenenpsychiatrie runde, – achttien zorgafdelingen, vijf mobiele teams, meer dan dertig raadplegingen – bekende Stephan Claes: ‘Het was pittig, al die jaren, vooraf heb ik dat toch onderschat. Maar spijt heb ik niet, het was een uiterst boeiende opdracht, waarbij ik veel steun heb mogen ondervinden van de directie en van veel andere collega’s. En het is ook niet zo dat ik absoluut een punt wilde zetten achter de twee termijnen van vijf jaar. Veeleer vind ik dat een organisatie op tijd ruimte moet geven aan een opvolger die met frisse blik de leiding kan overnemen.’

Stephan Claes drukte ook zijn dank uit aan de talrijke collega’s. ‘Weet je, als ik ’s avonds voor het slapen gaan de dag overschouw, is het toch vaak dat ene zorgcontact, waar je een medemens hebt kunnen helpen, dat me het meeste bijblijft en voldoening geeft. Ik heb diezelfde motivatie ook altijd bij jullie mogen ervaren, en dat vond ik fantastisch.’

Chronisch vermoeidheidssyndroom

Met die drive is afbouwen voor Stephan Claes niet aan de orde. In het najaar nam hij van emeritus professor Koen Demyttenaere de fakkel van academisch coördinator van het UPC KU Leuven en voorzitter van de Onderzoeksgroep Psychiatrie van de KU Leuven over. De psychiater blijft ook zijn coördinerende functie opnemen binnen het regionaal ggz-netwerk Diletti. En daarnaast legt hij zich sinds dit jaar weer meer toe op het zuivere klinisch werk.

Naast zijn inzet voor de psychiatrische patiënten op de spoedgevallendienst, ligt ook de gespecialiseerde raadpleging voor het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) hem nauw aan het hart. Het UPC KU Leuven sloot er als enige aanbieder in ons land een conventie met het Riziv voor af. ‘Honderdduizend mensen in ons land lijden aan CVS en aanverwante problemen, zoals fibromyalgie en burn-out. Daaronder zijn veel jonge volwassenen. Vaak leggen ze een hele weg van raadplegingen en therapieën allerhande af voordat ze de diagnose krijgen.’

‘CVS en burn-out zijn niet opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), dus bestaan ze wetenschappelijk eigenlijk niet officieel. Het gaat over mensen die door uitputting fysiek en psychisch, sociaal of op het werk helemaal vastlopen. We proberen hen te helpen om terug een beetje ‘mindful’, aandachtig en mild met hun lichaam om te gaan, en via cognitieve gedragstherapie stappen vooruit te zetten.’ ‘Het is belangrijk dat we die gespecialiseerde raadpleging blijven aanbieden. Hopelijk volgen er meer in ons land. We spreken tenslotte over een hele grote groep mensen die ermee kampen. Om die reden pleit ik ook voor meer preventie en een breed debat in de maatschappij, over de voedingsbodem: de prestatiedruk waar heel veel mensen onder gebukt gaan.’

Polshorloge

Het onderwerp CVS brengt ons bij het wetenschappelijk onderzoek waarin Stephan Claes zich samen met collegaonderzoekers op toelegt. Binnen het domein van de mind-body gebruikt hij tools, zoals een slimme polshorloge, om een ontregeling van het stresssysteem te kunnen meten en gerichter te kunnen bijsturen. Die research gebeurt in samenwerking met technologiebedrijf imec.

‘De ambitie is om er de komende jaren nog meer op in te zetten. Heel veel mensen in de samenleving kunnen hier baat bij hebben. Daarvoor willen we extra onderzoeksprojecten opzetten en funding zoeken.’

Onderzoeksgroep

Ook als nieuwbakken voorzitter van de Onderzoeksgroep Psychiatrie heeft Stephan Claes een verlanglijst. De onderzoeksgroep is de afgelopen jaren gegroeid tot een team van honderd. Het onderzoek is georganiseerd volgens zes deelaspecten van de psychiatrie (zie inzet).

‘Mijn voorzittersfunctie is niet hiërarchisch. Ik probeer vooral mensen bij mekaar te brengen: de onderzoeksteams onderling, en de wetenschappers met de clinici. De nabijheid van een groot psychiatrisch ziekenhuis kan voor de onderzoekers van goudwaarde zijn, met heel veel kandidaat-proefpersonen en dito klinische data. Dat potentieel benutten we nog te weinig. Hetzelfde geldt voor de kansen voor clinici. Zij kunnen wel varen bij een nauwer contact met de onderzoekers: om nieuwe kennis op te doen en om vanuit de praktijk input te geven voor onderzoeksvragen. Denk bijvoorbeeld aan de data-analyses van professor Ronny Bruffaerts. Die hebben ons heel goed geholpen om onze werking op de spoedgevallendienst en de crisis-units beter te organiseren.’

Carrièrepad nieuwe stafleden

Op de agenda van de onderzoeksgroep staat ook het carrièrepad voor nieuwe medische stafleden. ‘We werken aan een kader. Hoe schrijf je een projectidee uit? Hoe vind je fondsen? Welke stappen moet je als beloftevol staflid zetten, of aan welke criteria moet je voldoen op weg naar een aanstelling als zelfstandig academisch personeel? Dergelijke vragen willen we helder krijgen.’

‘Ten slotte willen we ook werk maken van meer en betere communicatie: intern binnen de onderzoeksgroep en de medische staf, extern voor meer exposure en meer vertaling van wetenschappelijke output naar het brede publiek.’

 

Lees ook

 

Tien jaar beweging

De voorbije tien jaar waarin Stephan Claes diensthoofd volwassenenpsychiatrie was, van 2013 tot 2023, was er een van constante beweging. De samenwerking tussen de twee entiteiten – U.C. Sint-Jozef in Kortenberg en de psychiatrische diensten van UZ Leuven op Campus Gasthuisberg – die in 2006 was gestart, mondde in 2015 uit in een officiële eenmaking als associatieziekenhuis. Maar daarmee was de kous niet af.

“Op zich was die eenmaking al een uitdaging qua volume, met alleen al in de volwassenenpsychiatrie meer dan driehonderd bedden en veel verschillende psychiatrische specialismen. Maar er bestond ook een cultuurverschil tussen de op zichzelf staande campus in Kortenberg en de eigenheid van de dienst Psychiatrie in UZ Leuven, die we moesten verenigen. Dankzij de inspanning van velen zijn die twee entiteiten vandaag goed verweven.”

“Van het schaalvoordeel maakten we gebruik om het zorgaanbod voor de patiënt te verbeteren. Ook ligt er nu een duidelijke lijn in de organisatie van de zorg op de twee campussen. Op Campus Kortenberg lopen vooral langer durende en de intensievere  zorgprogramma’s. De meer kortdurende zorg situeert zich op Campus gasthuisberg. Net als de psychiatrische zorg waar somatische aspecten meer op de voorgrond staan, zoals op de Mind-Body-eenheid en eetstoornissen. Daar ontstaat een grote meerwaarde door de directe nabijheid van collega-specialisten van UZ Leuven.

Een heel belangrijke evolutie in die voorbije tien jaar is dat we ons zorgbereik hebben kunnen verbreden. De zorg hangt vandaag echt niet meer een-op-een samen met het ziekenhuisbed. Dagbehandeling, in een voltijds of deeltijds regime, of zorg aan huis via onze mobiele teams zijn nu ook courante en goede opties. Zo gebeurden belangrijke vernieuwingen in de crisiszorg en de werking rond spoed, in de intensieve zorg, de verslavingszorg, of in de afdeling voor bipolaire stoornissen ook.

Let wel. Die hervormingen waren niet evident om doorvoeren. Voor het ziekenhuis betekenen ze een financieel moeilijker verhaal. En op de medewerkers leggen ze heel veel druk. Al hebben de vernieuwingen het personeel ook gemotiveerd om te durven veranderen en bij te leren.”