Risico op mentale stoornis inschatten: een utopie?

Accuraat de kans dat je patiënt een mentale stoornis ontwikkelt inschatten. Het klinkt misschien utopisch. Maar algoritmes ontwikkeld aan de KU Leuven blijken veelbelovend voor de klinische praktijk.

De uitdaging om risico’s correct in te schatten stelt zich met name bij jongvolwassenen. Een eerste episode met psychische moeilijkheden ontstaat immers vaak op die leeftijd. Internationaal onderzoek wees uit dat driekwart van de mentale stoornissen beginnen voor de leeftijd van 24 jaar. 

In samenwerking met het Studentengezondheidscentrum van de KU Leuven zijn onderzoekers van de onderzoeksgroep Public Health Psychiatry een grote longitudinale dataset aan het opbouwen over het ontstaan en het verloop van emotionele moeilijkheden en psychische stoornissen bij universiteitsstudenten. Binnen dat kader rondde psychiater Philippe Mortier, begeleid door prof. Ronny Bruffaerts, in november zijn doctoraat af: Suicidal thoughts and behaviors, a prospective approach

Onderzoeker Philippe Mortier: ‘Via een jaarlijks vragenlijstonderzoek bepalen we op nauwkeurige wijze frequent voorkomende problemen zoals depressie, alcoholafhankelijkheid en suïcidale gedachten en plannen.
Onze eerste analyses brachten aan het licht dat jaarlijks 6.9% van de eerstejaarsstudenten een eerste depressief syndroom ontwikkelt. 5.6% beleeft een eerste episode van suïcidaliteit en 1.4% toont eerste ernstige tekenen van alcoholafhankelijkheid.’ 

Zoals risico op kanker of diabetes

‘Via een uitgebreide reeks klinisch relevante risicofactoren, zoals traumatische ervaringen in de kindertijd of adolescentie, of recente stressvolle gebeurtenissen, ontwikkelden we tegelijk prospectieve risicoalgoritmes. Die maken het mogelijk om voor elke eerstejaarsstudent de waarschijnlijkheid te berekenen dat hij of zij een eerste mentale stoornis, zoals depressie of verslaving, of een eerste episode van suïcidaliteit ontwikkelt aan de universiteit. De accuraatheid van die algoritmes ligt in de lijn van algoritmes ontwikkeld voor somatische aandoeningen zoals kanker, diabetes en cardiovasculair lijden. Als we ze verder op punt stellen kunnen ze op termijn een waardevolle aanvulling betekenen op het klinisch contact in de huisartspraktijk.’ 

Elektronisch in wachtkamer

‘Jongvolwassenen die consulteren voor somatische of mentale problemen zouden bijvoorbeeld in de wachtkamer een elektronische vragenlijst kunnen invullen. Als arts krijg je onmiddellijk, tijdens de raadpleging al, zicht op de kans om frequent voorkomende psychische stoornissen te ontwikkelen. Wat kan helpen om het klinisch contact te sturen of om sneller en gerichter door te verwijzen.’ 

Zelfhulppakketten 

'Op populatieniveau kunnen we met de risicoalgoritmes ook nauwkeurig  hoogrisicogroepen definiëren. Zo zouden we jongvolwassenen met een hoog risico kunnen uitnodigen voor e-health interventies: online zelfhulppakketten rond stressbestendigheid of een actieve aanpak van depressieve klachten, bij voorkeur  onder begeleiding van een psychotherapeut. Zo komen jonge volwassenen sneller in contact met hulpverlening, het menselijk contact is heel belangrijk. Tegelijk wordt de instroom naar gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg beter hanteerbaar.’