Volgt er neuroplasticiteit na ECT?
Doctoraatsonderzoek elektroconvulsietherapie met ondersteuning FWO-Vlaanderen
Elektroconvulsietherapie bestaat al bijna honderd jaar. Maar waarom de therapie zo goed werkt blijft onduidelijk. Onderzoeker Maarten Laroy legt een nieuw stuk van de puzzel, rond neuroplasticiteit.
Elektroconvulsietherapie (ECT) is een krachtige behandeling bij ernstige vormen van stemmingsstoornis of psychose. 70-80% respons en 50-60% remissie: die cijfers spreken voor zich. Bij patiënten op oudere leeftijd en bij het specifieke toestandsbeeld catatonie liggen de cijfers nog hoger.
Maar waarom werkt ECT, en hoe dan precies? Daar blijft het voor de wetenschap vooralsnog tasten in het duister. Enkele hypothesen zijn gangbaar. Een ervan is dat ECT een toename of een groei van neuronen in het limbisch systeem teweegbrengt, waardoor de stemmingsziekte opklaart. Resultaten uit dieronderzoeken wezen al in die richting.
Tijdelijke volumestijging
In meerdere onderzoeken bij mensen is aangetoond dat ECT het hersenvolume, met name in de hippocampus, doet toenemen. Zo bewees ook ouderenpsychiater prof. dr. Filip Bouckaert in zijn doctoraatsonderzoek enkele jaren geleden. Die volumetoename kan wijzen op een groei van neuronen, maar even goed ligt de oorzaak bij een toename van bloedvaten of inflammatoire processen.
Uit een recent onderzoek door Maarten Laroy, psycholoog en doctorandus onder promotor professor Bouckaert, blijkt nu dat die volumestijging in de grijze stof maar van tijdelijke aard is. ‘Na drie tot zes maanden is ze weggeëbd. Bovendien blijkt er ook geen samenhang te zijn tussen de volumeverandering in de hersenen en het klinisch verloop van de ziekte.’
Metingen in levende hersenen
Maarten Laroy onderzocht ook de piste van neuroplasticiteit: een verhoogde aanmaak of een groei van hersencellen door ECT. ‘Hiervoor meten we het gehalte aan een bepaalde proteïne – SV2A – die te vinden is in de synapsen. Een toename kan wijzen op een toename van synapsen, wat een groei in de hersenen kan insinueren. Dat onderzoek gebeurde met de recent ontwikkelde 11C-UCB-J radiotracer, een methode om via een PET-scan op moleculair niveau metingen uit te voeren van synapsen in levende hersenen. Tot voor kort waren wetenschappers voor metingen op dat niveau enkel aangewezen op biopsieën uit overleden patiënten.’
De resultaten van dat onderzoek stelde Maarten Laroy zopas voor, tijdens het jaarlijks congres van de Society of Biological Psychiatry eind april in San Diego in de Verenigde Staten. ‘Ze bevestigen de volumetoename aan grijze stof na ECT, maar een link met veranderingen in synaptische densiteit toonden ze niet.’
Daarmee is een nieuw stukje in de ECT-puzzel gelegd. De vraag of er misschien een inflammatoir proces speelt na ECT, en zo ja of de oorzaak in de elektrische pulsen zelf dan wel in de uitgelokte convulsie ligt, komt nu op de voorgrond’, besluit Maarten Laroy. ‘Daar moet nog verder onderzoek voor worden opgezet.’
Referenties
L3D-studie
Emsell, L., Laroy, M., Van Cauwenberge, M., Vande Casteele, T., Vansteelandt, K., Van Laere, K., Sunaert, S., Van den Stock, J., Bouckaert, F., Vandenbulcke, M. (2021). The Leuven late life depression (L3D) study: PET-MRI biomarkers of pathological brain ageing in late-life depression: study protocol. BMC PSYCHIATRY, 21 (1), Art.No. ARTN 64. doi: 10.1186/s12888-021-03063-y Open Access
ECNP-studie
Laroy, M., Ousdal, OT., Bartsch, H., Van den Stock, J., Sienaert, P., Vandenbulcke, M., Nordanskog, P., Jorgensen, MB., Dols, A., Van Wingen, G., Prudic, J., Bouckaert, F., Oltedal, L., Emsell, L. (2022). Characterizing the course of gray matter volume change from one week to 6 months after electroconvulsive therapy in depressed patients. In: European Neuropsychopharmacology: Volume 1 Supplement 2, (S49-S50). Presented at the European College for Neuropsychopharmacology Congress in Vienna, Austria. doi: 10.1016/j.nsa.2022.100208
ECT – Cognitie – Hersenverandering
Laroy, M., Bouckaert, F., Vansteelandt, K., Obbels, J., Dols, A., Emsell, L., Stek, M., Vandenbulcke, M., Sienaert, P. (2019). Association between hippocampal volume change and change in memory following electroconvulsive therapy in late-life depression. ACTA PSYCHIATRICA SCANDINAVICA, 140 (5), 435-445. doi: 10.1111/acps.13086 | Link PubMed
SOBP Meeting
Presentatie van de PET-MRI studie
ECNP Excellence Awards 2022Maarten Laroy ontving in 2022 een Excellence Award van de European College of Neuropsychopharmacology (ECNP) voor zijn publicatie Characterizing the course of gray matter volume change from one week to 6 months after electroconvulsive therapy in depressed patients. Begin 2024 verdedigt de psycholoog zijn doctoraatsonderzoek onder promotor Filip Bouckaert en copromotoren Louise Emsel, Mathieu Vandenbulcke en Jan Van den Stock, waarvoor hij ondersteuning krijgt van FWO-Vlaanderen.
|
Zorgaanbod ECT
ECT wordt toegepast bij ernstige depressie, bipolaire of manischdepressieve stoornis en bij sommige vormen van psychose, zoals schizofrenie of schizo-affectieve stoornis. De behandeling gebeurt via een opname of ambulant, op Campus Kortenberg, binnen het Academisch Centrum voor ECT en Neuromodulatie (AcCENT) van het UPC KU Leuven.
Foto: Psycholoog Maarten Laroy (KU Leuven) doet een doctoraatsonderzoek over elektroconvulsietherapie, met ondersteuning door FWO-Vlaanderen | Copyright UPC KU Leuven