‘De grootste frustratie: de tijd gaat voorbij, tikt door, en komt nooit meer terug’: ouders van jongeren met psychische problemen
Ouders van kinderen met psychische problemen weten niet altijd wat er precies aan de hand is omdat het vaak niet eenvoudig blijkt een duidelijke diagnose te stellen. “Zeker bij de leeftijdsgroep tussen 18 en 30 jaar is dat ingewikkeld”, zegt prof. dr. Ruud van Winkel, UPC KU Leuven, in De Morgen.
Wel is het zo dat er in veel gevallen met de jaren een zekere verbetering of stabiliteit optreedt. "Als we de leeftijd van 18 tot 30 nemen, zie je dat mensen de eerste 6 tot 7 jaar vaak hervallen en heel gevoelig zijn voor de effecten van medicatie. Daarna stabiliseert dat", zegt van Winkel. "Maar dat is een gemiddelde, er zijn ook mensen die op latere leeftijd gevoelig blijven voor herval, net zoals er jongeren zijn die één keer een psychosefenomeen meemaken en daarna nooit meer.”
"Probeer een marathon te lopen en geen sprint wat het parcours van je kind betreft. Probeer je zoon of dochter ook niet als een soort politieagent te controleren, want dat leidt tot frictie en helpt niet op langere termijn. En weet dat de situatie niet altijd zo hoeft te blijven, het kan in de toekomst altijd veranderen. Durf initiatief te nemen in de behandeling van zoon of dochter. En praten met lotgenoten helpt echt, dat zien we zelf aan de familiehulpgroepen die aan ons ziekenhuis verbonden zijn en aan initiatieven als Similes.”
Psychiater Ruud van Winkel geeft duiding bij de getuigenissen van ouders over hun kinderen met psychische problemen.